Nieuw Kunstendecreet goedgekeurd
Dit is een gearchiveerd bericht
05.12.2013
Op 4 december heeft de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement het voorstel van decreet van het nieuwe Kunstendecreet goedgekeurd. Het nieuwe decreet wordt vanaf volgend jaar in fasen ingevoerd. "Dit nieuwe Kunstendecreet opent de deur naar een multidisciplinaire aanpak, doorbreekt de schotten tussen de disciplines en ent zich op het karakteristieke van de kunstenaars en de organisaties", zegt minister Schauvliege. Het wil ook de internationale troeven nog meer uitspelen en het ondernemerschap stimuleren.
Persbericht:
Het voorstel van decreet van de parlementsleden Paul Delva, Yamila Idrissi, Marius Meremans, Bart Caron, Johan Verstreken, Philippe De Coene en Wilfried Vandaele dat vandaag is goedgekeurd door CD&V, sp.a, N-VA, Groen en Open VLD, steunt op de conceptnota “Vernieuwing van het Kunstendecreet en beleidskader kunsten” van Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege. De nota pleitte voor een vernieuwing van het Kunstendecreet rond volgende krachtlijnen:
- Een strategische visie voor de kunsten bij het begin
van de legislatuur door de minister van Cultuur;
- Een duurzame relatie met Vlaamse Kunstinstellingen
met duidelijke voorwaarden en afspraken (topdown benadering);
- Een functiegerichte benadering van het diverse
kunstenlandschap met respect voor het eigen DNA (bottom-up benadering);
- Nieuwe stimulerende instrumenten naar internationale
doorbraak en actief ondernemerschap;
- Een ééngemaakt Kunstensteunpunt;
- Een herziening van het beoordelingskader;
- Een complementair beleid met andere overheden.
Dit zijn de belangrijkste vernieuwingen:
1. Legislatuuromvattende
beleidsvisie: Het nieuwe decreet voorziet dat de Vlaamse Regering aan
het begin van haar legislatuur haar visie op het beleidskader kunsten bepaalt
en beleidsopties voor de komende beleidsperiode neemt. Die strategische nota
over het kunstenlandschap moet gebaseerd zijn op een landschapstekening van het
kunstensteunpunt en de input van andere overheden.
2. Complementair beleid: De diverse overheidsniveaus gaan beter overleggen om hun inspanningen
zinvol op elkaar af te stemmen, zowel op het niveau van de strategische
visienota als in voorbereiding van de besluitvorming over de meerjarige
subsidiëring.
3. Functiegerichte
benadering: De kunstpraktijk evolueert naar een multidisciplinaire
aanpak en naar een schottenloze benadering van de diverse disciplines.
Kunstenaars en organisaties zullen voortaan vertrekken vanuit hun eigen DNA en
aanstippen welke functies ze binnen het kunstenlandschap opnemen. Het decreet
voorziet 5 functies: ontwikkeling, productie, presentatie, participatie en
reflectie. Deze functies kunnen cumulatief zijn. Maar het is niet zo dat hoe
meer functies men uitoefent, hoe meer subsidies men krijgt. Er is ook geen
vaste waardebepaling per functie. Het is het geheel van de werking van een
kunstenaar of organisatie dat beoordeeld wordt.
4. Een nieuwe wijze van
beoordeling
- a. Beoordelingscommissies
Er komt één grote pool van commissieleden met expertise in de 5 functies of over bepaalde sectoren of specifieke subsectoren. De sectoren worden gegroepeerd tot: podiumkunsten, muziek, beeldende kunst en architectuur en vormgeving.
Er komt ook een pool van onafhankelijke voorzitters, die geen beoordelingstaak hebben maar de beoordeling zelf in goede banen moeten leiden. Per aanvraagronde worden er commissies gevormd op basis van de ingediende dossiers. Dit proces wordt gemanaged door het Agentschap. - b. Verhaalrecht
Nieuw is ook het ‘verhaalrecht’. Bij negatief advies krijgt de kunstenaar of organisatie het recht om een gemotiveerd verhaal aan te tekenen. De ontvankelijkheid wordt voorgelegd aan een autonoom beroepscollege. Indien ontvankelijk wordt een tweede advies over het dossier gevraagd aan een andere commissie. Beide adviezen gaan dan naar de minister die een beslissing neemt.
5. Nieuwe
ondersteuningsmogelijkheden voor ondernemerschap, promotie en kunstaankoop
Het nieuwe decreet voorziet
instrumenten tot het stimuleren van ondernemerschap, de internationale promotie
van kunst(enaars) en de aankoop van kunst die complementair zijn aan de
subsidie-instrumenten volgens de functiegerichte benadering. Het is de
bedoeling om snel te kunnen inspelen op ad hoc opportuniteiten. Daarnaast zal
voor internationale promotie meer sturing mogelijk zijn op basis van
cultuurdiplomatieke prioriteiten. Volgende instrumenten worden
voorzien:
- a. Kunstenaarstoelagen: renteloze kleine leningen (tot 25.000 €) voor de
overbrugging van artistieke kosten, terugbetaalbaar volgens afspraak.
- b. Partnerprojecten: een actor uit het kunstenveld ontwikkelt i.s.m. één of
meerdere partners buiten het kunstenveld een artistiek initiatief met
bijzondere innovatieve waarde voor alle betrokken partners. Dit speelt in op de
tendens naar het stimuleren van een culturele en creatieve economie (EU).
- c. Cofinanciering van internationale kunstprojecten: cofinanciering om meer in
aanmerking te komen voor Europees ondersteunde kunstprojecten waarbij telkens
diverse cofinanciers uit verschillende landen geëist worden.
- d. Buitenlandse residenties: dit aanbod gaat enerzijds over belangrijke
buitenlandse residentieplekken die aan kunstenaars worden aangeboden (bv.
Academia Belgica in Rome, Comacina, …) en anderzijds over residentietoelagen
die kunstenaars zelf kunnen aanvragen.
- e. Buitenlandse presentaties: zowel de aanwezigheid op buitenlandse
presentatieplekken als doorbraaktrajecten en promotie kunnen via dit nieuwe
instrument flexibel worden ondersteund.
- f. Netwerken: ondersteuning
van Europese en internationale netwerken.
- g. Verwerving en spreiding van kunst: de opbouw van de Collectie Vlaanderen,
evenals een betere spreiding van kunstwerken bijvoorbeeld via Kunst in Huis
6. Uitbreiding van
duurzame structuren
Een gezond landschap heeft nood
aan een aantal vaste structuren. Deze structuren zullen de ‘Kunstinstellingen’
en ‘Ondersteunende organisaties’ genoemd worden.
- a. Kunstinstellingen
Dit zijn de vroegere ‘Instellingen Vlaamse Gemeenschap’. Nieuw is dat zij aan voorwaarden moeten voldoen. Het zijn er 8: cumulatief inzetten op de vijf functies; artistieke uitmuntendheid; internationale relevantie; duurzame opbouw van traditie en vernieuwing; maatschappelijke en culturele inbedding en engagement; landelijke schaal en performante eigen infrastructuur; sterk en dynamisch management en solide financieel beleid; principes van goed bestuur naleven. De Vlaamse Regering kan bijkomende instellingen op basis van deze voorwaarden erkennen, maar er is geen kandidatuurstelling. Hun beoordeling gebeurt door een internationale expertencommissie. - b. Ondersteunende organisaties
Dit zijn organisaties waarvan de Vlaamse overheid verwacht dat ze een specifieke taak opnemen in het landschap: het Kunstensteunpunt, het Vlaams Architectuurinstituut en het Kunstenloket.
7. Meerjarigheid
De meerjarige subsidiëring van
organisaties wordt van 2 of 4 jaar naar 5 jaar gebracht, conform de duurtijd
van de legislatuur en de strategische visienota. Projecten en ondersteuning van
kunstenaars kunnen ook meerjarig zijn (tot 3 jaren). Het ontwerp van uitvoeringsbesluit wordt na de RIA en na Inspectie
Financiën principieel op de Vlaamse Regering ter goedkeuring voorgelegd (begin
januari 2014). De definitieve goedkeuring na advies Raad van State en SARC is
gepland voor het einde van deze legislatuur. Het nieuwe Kunstendecreet zal
gefaseerd worden ingevoerd:
- Het ééngemaakte
Kunstensteunpunt gaat vanaf 2014 van start; (= fusie van Muziekcentrum Vlaanderen met VTI en BAM)
- In 2014 komt er ook
een experimenteel reglement voor de kunstenaarstoelagen;
- Projecten volgens
nieuwe Kunstendecreet in te dienen vanaf 2015 (voor begroting 2016);
- Meerjarige
ondersteuning organisaties in te dienen uiterlijk 1.10.2015.
Tot dan blijft het oude kunstendecreet in voege.
Voor de 2-jarige ondersteuning
binnen het oude Kunstendecreet verandert er niets. De organisaties dienen in
uiterlijk 1.12.2013 en de Vlaamse Regering neemt uiterlijk 30.6.2014 een
beslissing.
Vlaams minister van Cultuur Joke
Schauvliege: "Aan dit nieuwe, eigentijdse Kunstendecreet is een lang, grondig
en open traject voorafgegaan, met inbreng uit verschillende zijden. Die ruime
draagkracht en samenhorigheid moet een garantie zijn voor onze kunstenaars en
kunstenorganisaties dat zij in de toekomst hun talent meer dan ooit zullen
kunnen ontplooien, in binnen- en buitenland. Daar wordt Vlaanderen beter en
rijker van."
Verwante items in de databank
Nieuws: | Verslagen Staten Generaal van de Klassieke Muziek 2013 (05.12.2013) |
---|
Trefwoorden: kunstendecreet